Een bijzondere groep binnen de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog waren de kinderen die waren verwekt door de geallieerde soldaten, onze bevrijders. Ze worden dan ook wel bevrijdingskinderen genoemd.
Geallieerde soldaten
De geallieerde soldaten die Nederland binnentrokken waren gezonde mannen die er in hun uniformen aantrekkelijk en heldhaftig uitzagen. En hun aantrekkelijkheid werd nog vergroot door de sigaretten, kauwgom en chocolade waar hun zakken vol mee zaten. Ze waren na de zware gevechten die ze vaak hadden moeten leveren wel aan een verzetje toe.
En de Nederlandse jonge vrouwen en meisjes hadden al een tijd geen leeftijdsgenoten gezien. De mannen in de ‘gevaarlijke’ leeftijd, zo tussen de 18 en 45, waren in Duitsland als arbeider, krijgsgevangen, ondergedoken in het oosten of noorden van Nederland of in maanden nauwelijks buiten de deur geweest vanwege de razzia’s.
In Den Haag was er in de laatste oorlogsmaanden ook weinig vertier geweest. Je mocht ’s avonds niet op straat, maar ook thuis was weinig te beleven. Geen radio, geen elektriciteit, dus geen licht om bij te lezen, zonder eten en in de kou, dus de stemming in huis was zeker niet gezellig.
Verval van de zeden
In de kranten was veel commentaar te vinden op de vrije omgang van Nederlandse vrouwen met geallieerde soldaten. Bijvoorbeeld in het Binnenhof, in die tijd het ‘Katholiek Dagblad voor ’s-Gravenhage en omstreken. Daarin stond op 31 mei 1945 een artikel met als titel “Vrouwen-eer”.
Daarin spreekt de redacteur ontzetting uit over het gedrag van vrouwen en meisjes ten opzichte van Canadese soldaten. Op zich begrijpt de schrijver van het stuk wel dat het een reactie is op vijf jaren terreur, angst en een zekere mate van vreugdeloosheid.
Maar uit deze kortstondige roes zou alleen de morele ellende van mislukte levens en geruïneerde zielen kunnen overblijven. ‘Moge de ouders nauwlettend toezien!’
Voorbehoedsmiddelen
In het Nederland van die tijd werd nog niet of nauwelijks aan seksuele voorlichting gedaan. Laat staan dat er uitgebreid voorbehoedsmiddelen beschikbaar waren onder de bevolking. De geallieerde soldaten kregen wel condooms uitgereikt, daar waren hun regeringen al in de Eerste Wereldoorlog mee begonnen.
De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat deze regeringen dit niet in de eerste plaats deden om zwangerschappen bij de vrouwen in de bevrijde gebieden te voorkomen. In veel legeronderdelen kwamen grote uitbraken van geslachtsziekten voor (venereal diseases of VD) en deze ziekten tasten de gevechtskracht van de troepen aan.
Bevrijdingskinderen
Ondanks deze condooms zijn er in Nederland naar schatting 7000 door geallieerde soldaten verwekte bevrijdingskinderen geboren. Het duurde namelijk even voordat er genoeg schepen waren om alle geallieerde soldaten, vooral Canadezen, terug naar hun land te brengen.
Pas in januari 1946 zat deze repatriëring er op. Een gedeelte van de moeders is met de vader van hun kind getrouwd, de Canadese Ambassade aan de Sophialaan in Den Haag had een speciale sectie ingericht die tot taak had de vrouwen en verloofden van de soldaten naar Canada over te brengen.
Maar veel kinderen hebben hun vaders niet of pas veel later gekend. Op Youtube staat hierover een mooie documentaire met de titel ‘Bevrijdingskinderen’.
En daar vind je ook het bekende liedje ‘Trees heeft een Canadees’.
1 reactie op “Bevrijdingskinderen”
Hallo Jacqueline,
Dank voor de berichtgeving ‘ikgidsudoordenhaag’.
Zeker ook in deze Coronatijd kijk ik uit naar uw mails.
Het zet je even op een ander been.