Wat is er nodig om een kind te krijgen? Nee wees gerust, ik ga geen seksuele voorlichting geven. Ik wil het hebben over de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog. Die laat zien dat hoop en optimisme over de toekomst belangrijke voorwaarden zijn om kinderen op de wereld te zetten.
Invasie en bevrijding
In de statistieken die het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) ons levert is te zien dat oorlogshandelingen verantwoordelijk waren voor de herkenbare patronen in de geboortecurve voor heel Nederland: dalingen negen maanden na het begin van de oorlog in september 1939, na de Duitse inval, na de Februaristaking van 1941 en na de hongerwinter van 1944/1945.
Pieken waren er in maart 1945, negen maanden na de geallieerde invasie in Noordwest-Frankrijk, en in februari 1946, de geboortegolf na de bevrijding.
Namen
De oorlog en de gebeurtenissen daarin hebben ook invloed op de namen die Nederlanders hun kinderen geven. In 1943 komt in Canada de derde dochter van Prinses Juliana en Prins Bernhard ter wereld. Haar naam, Margriet, schiet ineens omhoog in de naamstatistieken.
Opvallend zijn ook de twee pieken in het aantal Irenes die geboren worden. In 1941 zijn dat er 526 en in 1945 nog meer, namelijk 747. Prinses Irene werd in augustus 1939 geboren en haar ouders hebben haar naar de godin van de vrede genoemd om daarmee hun hoop uit te drukken dat het vrede zou blijven.
Tijdens de oorlog was dat verlangen naar vrede uiteraard bij veel Nederlandse ouders nog groter.
Effecten in Den Haag
Niet alleen op het aantal geboorten, ook op aantal mensen dat overlijdt heeft de oorlog zijn invloed. En dan vormt uiteraard 1945 een zwarte bladzijde uit de historie van Den Haag. In dat jaar overlijden, als gevolg van de hongersnood 1590 mensen en door oorlogshandelingen 586 Hagenaars. Maar we moeten ook kijken naar een ander, groot drama: Tijdens de Tweede Wereldoorlog overlijden circa 16.000 van de naar schatting 18.000 Joodse Hagenaars in of buiten Den Haag.
In reactie op de oorlogsomstandigheden worden in 1946 rond 16.000 Hagenaars geboren, een absoluut record. Vanaf dat jaar zal het aantal geboorten in Den Haag gestaag blijven dalen tot iets meer dan 4.000 in 1976 en 1977.
Geboortegolf en overvolle klassen
De geboortegolf had natuurlijk ook effecten op de langere termijn. In 1953 waren er in Nederland dertigduizend klassen met meer dan 40 leerlingen. En het overzicht van leerlingen in grote en supergrote klassen in Nederland zegt ook het nodige. Kun je je voorstellen, 870 klassen met 65 of meer leerlingen!
Er was een tekort aan lokalen en aan leerkrachten. Naar schatting waren er 4500 extra leerkrachten in het lager onderwijs nodig. In de kranten uit die tijd lees je dan ook artikelen met de debatten over de benodigde maatregelen. Met als kop: “Het ambt van onderwijzer moet aantrekkelijker worden”. Het lager onderwijs heet nu basisonderwijs en de onderwijzer is leraar geworden, maar de oproep om het beroep aantrekkelijker te maken, klinkt nog steeds.
Leuke en interessante weetjes over Den Haag hoor je tijdens mijn stadswandelingen en fietstours.
1 reactie op “De geboortegolf”
Beste medewerker
Uw opmerking dat er in 1953 870 klassen waren met meer dan 65 leerlingen is lichtelijk overdreven.
Een snelle schatting met de Delpher tabel bij de hand kwam ik op meer dan 20 miljoen leerlingen.
Op de rekenmachine waren er zelfs bijna 37 miljoen.
Ik weet dat er een geboortegolf was maar zooo grooot?