Den Haag is natuurlijk de stad van koninklijke paleizen, maar we hebben ook andere soorten paleizen. Zo’n 120 jaar geleden werd het Haagse leven verrijkt met modepaleizen.
Het ontstaan van winkels
Als je vroeger schoenen nodig had, ging je naar de schoenmaker. Als je een hoed nodig had, ging je naar de hoedenmaker. Dat waren ambachtslieden die in hun werkplaatsen aan huis dingen maakten die de klanten bij ze besteld hadden. Maar het bleek ook handig om wat koopwaar op voorraad te hebben. En die stond dan in een hoek van de werkplaats. Een oud woord voor hoek is winkel of winckel. Denk maar aan winkelhaak of aan het Duitse woord voor hoek, dat is nog steeds Winkel. Dus dat is de oorsprong voor ons woord winkel.
In de tweede helft van de 19e eeuw ging, als gevolg van de Industriële Revolutie, de splitsing tussen het maken en de verkoop van producten steeds verder. De ambachtsman met zijn werkplaats verloor het van de fabrieken en er kwamen in de steden steeds meer mensen wonen. Zo nam de bevolking van Den Haag toe van 100.000 in 1875 naar 200.000 in 1900. En meer inwoners betekent meer vraag, zodat het interessant was om winkels te openen. In die winkels was het mogelijk grote voorraden op te slaan. Daarom werden winkels vroeger ook wel magazijnen genoemd. En zo veranderde doelgericht kopen bij een ambachtsman in ‘winkelen’. Dit was in Den Haag ook een nieuw woord dat rond 1900 in gebruik kwam.
Modepaleizen in Haagse winkelstraten
De Hoogstraat, het Noordeinde, de Spuistraat, Vlamingstraat en Venestraat waren al heel lang, vanaf de middeleeuwen, de straten waar veel handel en bedrijvigheid te vinden waren. Daar werden veel oude pandjes gesloopt om veel grotere en hogere winkels (met bovenwoning) te bouwen. Het werden echt chique winkelgebieden. Laten we eens wat modepaleizen van dichterbij bekijken.
Magazijn Nederland
Op de hoek van de Spuistraat en het Spui, zat Magazijn Nederland. Dit bedrijf werd al in 1856 in Amsterdam opgericht door L.A. Kattenburg. Die had 10 zonen en die ging allemaal in de zaak werken, zodat er filialen in diverse steden in Nederland kwamen. In een van hun advertenties is te zien dat ze ‘gemaakte kleding’ verkochten. Dit betekent dat ze confectie leverden, waar ze zich als een van de eerste detailhandels op toelegden.
In 1915 mochten de architecten Simons & Van Braningen een heel nieuw pand voor het Magazijn Nederland ontwerpen. Boven de ingang op de hoek zie je nog steeds in gouden letters de naam van deze winkel.
B.J. Voss & Zonen
Eind september 1909 kondigde modemagazijn B.J. Voss & zonen in een advertentie in de Haagsche Courant trots de opening aan van een vierde vestiging. Ze hadden al winkels in Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden en lieten nu ook in Den Haag een pand bouwen: ‘Onze nieuwe prachtbouw’.
Dit ontwerp van de architecten Jacot en Oldewelt vinden we op de hoek van de Spuistraat en de Nieuwe Verkeersweg. Die laatste straat was de net aangelegde Hofweg. Zes etages met dames- en kinderconfectie en japonstoffen. In de advertentie staat als bijzonderheid vermeld: ‘Electrische lift naar alle magazijnen.’
Bernhard Voss richtte deze winkelketen op in 1828. Daarvoor was hij uit Westfalen naar Bolsward getrokken, waar hij samen met zijn schoonvader een textielgroothandel was begonnen.
Compagnie Lyonnaise
Wie echt mee wilde tellen, moest een mooie stof naar de laatste Parijse mode uitzoeken, bijvoorbeeld bij de Compagnie Lyonnaise. Dit stoffenhuis opende in 1891 een filiaal in Nederland en wel in Den Haag. Eerst hadden ze een pand op de Plaats, maar in 1903 lieten ze door architect Louis de Wolf een nieuw pand ontwerpen.
Op de hoek van de Kneuterdijk en de Hoge Nieuwstraat verrees hun ‘in streng modernen stijl opgetrokken mode-paleis’. Het Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage meldt verder in zijn bespreking: ‘De hoofdingang juist aan het hoekpunt van voornoemde straten gevestigd, vormt het middenpunt van groote spiegelruiten; deze verdeeling doet de etalages zeer tot haar recht komen en heeft ook het voordeel eener goede belichting van de magazijnen’.
De oorspronkelijke zaken zijn inmiddels verdwenen, maar de mooie panden zijn er gelukkig nog.
Die laat ik je zien in mijn stadswandeling met als thema ‘Winkelarchitectuur’. Stuur een mail naar mail@ikgidsudoordenhaag.nl als je geïnteresseerd bent.
Geraadpleegde literatuur en verder lezen:
Koopmans, Botine & Valentijn, Dick. Bleek van Begeerte, Winkelarchitectuur in Den Haag. Gemeente Den Haag, afdeling Monumentenzorg en Welstand, in samenwerking met Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij, 2014.
Dam, Peter van. Architect Louis de Wolf 1871-1923: Bureau voor Architectonische en Decoratieve Kunst. Den Haag. Uitgeverij De Nieuwe Haagsche, 2018.
1 reactie op “Modepaleizen in Den Haag”
Wat een leuk artikel weer, Jacqueline!