Stel we lezen de volgende kop in de krant: ‘Projectontwikkelaar introduceert nieuw winkelconcept in binnenstad van Den Haag!’. In het bijbehorend artikel staat vervolgens de tekst: ‘Het nieuwe complex zal een lengte van 160 meter hebben en een breedte van 7 meter. Om hiervoor ruimte te maken, worden 34 bestaande winkelpanden afgebroken’.
Actiegroepen
Inwoners van Den Haag die op het moment van lezen van dit bericht aan de koffie zouden zitten, zouden zich ernstig verslikken. Krantenlezers zouden de pennen oppakken voor het schrijven van een ingezonden stuk en gebruikers van sociale media zouden protestberichten posten, delen en liken. Er zou minsten 1 actiegroep gevormd worden, want zo’n ingreep in de historische binnenstad van Den Haag tolereren we vandaag de dag niet meer.
Passage
Dit zijn de gedachten die zich vaak aan mij opdringen als ik door onze mooie Haagse Passage loop. Want in de 19e eeuw zijn inderdaad 34 panden afgebroken om onze parel in de binnenstad te bouwen.
Op 18 juli 1884 legde de jonge juffrouw Louise Eliza Uytenhoven, oud 4 jaar de eerste steen en in 1885 kon het Haagse publiek gaan genieten van het nieuwe winkelconcept.
Ben ik nu stiekem blij dat rond 1880 de burgers van Den Haag meegaander waren dan nu? Misschien wel. Vind ik dat alle afbraak en bouw van nieuwe panden zonder enige kritische benadering hun gang moeten gaan? Ik denk het niet. Want als ik afbeeldingen zie van het Huygenshuis aan het Plein, vind ik het eeuwig zonde dat dat afgebroken is en vervangen door het Departement van Justitie in neo-renaissancestijl.
Nieuwe Haagse School
Bezoekers uit Dordrecht zou ik graag meenemen naar de hoek van het Tournooiveld en de Lange Vijverberg. Daar stond ooit het logement van hun stad dat overigens al in de 18e eeuw door het huis van Caan is vervangen.
Maar wacht, op die plek sta ik nu regelmatig de ‘schoone eenheid’* van de Nieuwe Haagse School te bezingen bij de schepping van architect A.P. Smits.
Een architectuurstijl die trouwens weer helemaal terug is. Eén van de belangrijke aanbevelingen in de advertenties voor nieuwbouwprojecten is ‘in de zo geliefde dertiger jarenstijl’. Al gaan projectontwikkelaars en architecten ook nog verder terug in de tijd, zoals we in de wijk Vroondaal kunnen zien, waar Statenkwartier gekopieerd wordt.
We leven in een tijd van historiserend bouwen, wat leidt tot Neo-Nieuwe-Haagse-School en Neo-neo-renaissance. Al gaat het hierbij dan wel alleen om de buitenkant van de woningen. Wie de plattegronden bekijkt, ziet dat de charmante kamers en suite met schuifdeurseparatie hebben plaatsgemaakt voor de L-vormige kamer met open keuken.
Oud versus nieuw combineren
En ach ja, waarom niet oud en nieuw met elkaar combineren? Ik zou het wel jammer vinden als in het straatbeeld, ook in de binnenstad, alleen nog maar kopieën van oudere stijlen te zien zouden zijn. En ik zou niet graag hebben dat over 100 jaar het oordeel over mijn tijd zou zijn: ‘Toen wisten ze echt niets nieuws te verzinnen’.
Op de Plaats staat de middeleeuwse Gevangenpoort in het goede gezelschap van een groot aantal 19e en 20ste -eeuwse gevels. En van niet de minste architecten zoals De Wolf en Brandes. Daar zijn nu sigaretvormige lantaarnpalen bijgekomen. Hun hedendaagse vormgeving vind ik wel een aardige toevoeging, helaas is het licht dat ze in het donker uitstralen wel erg koel. Zo blijft er altijd iets te bediscussiëren.
Vind je het ook leuk en interessant om na te denken en te discussiëren over ‘oud versus nieuw’? Dan moet je zeker een keer meedoen aan een van mijn stadswandelingen of fietstours.
*’Schoone eenheid’ is de titel van een prachtig boek over de Nieuwe Haagse School. Geschreven door o.a. Marcel Teunissen. Nog tweedehands te krijgen of uit de Haagse Bibliotheek te lenen.
Een tweede boek is nog nieuw te verkrijgen: 100 jaar Nieuwe Haagse School – de toekomst van het verleden.
1 reactie op “Oud versus nieuw”
Goede vragen die de schrijfster stelt. Iets om over na te denken. Ze schetst hier spanningsvelden die misschien wel van alle tijden zijn. Er zijn niet zomaar antwoorden op.