Als je over de Scheveningseweg rijdt, zie je op de hoek met de Ary van der Spuyweg het borstbeeld van de grote Constantijn Huygens. Dit borstbeeld staat daar, omdat Huygens als eerste met een plan voor deze weg kwam. Maar het zou mooi zijn als je bij het zien van deze 17e eeuwse homo universalis ook zijn muziek in je hoofd zou hebben.
Jong muziekles
In 1601 toen Constantijn 5 was, kreeg hij, samen met zijn broer, zijn eerste muzieklessen. Ze leerden zingen en noten lezen. Twee jaar later begonnen ze te oefenen op viool en viola da gamba en daarna kregen ze les in het spelen op de luit. Vooral voor dit instrument bleek Constantijn een talent te hebben.
In 1627 liet hij door Thomas de Keyzer een schilderij maken, met op de tafel een luit.
In zijn tienerjaren leerde Constantijn ook nog allerlei toetsinstrumenten te bespelen. In zijn latere leven pakt hij de theorbe op, een luit-achtig snaarinstrument met extra bassnaren.
In het buitenland
Huygens maakte diverse reizen, waarbij ook de muziek belangrijk was. Zo mocht hij 1618 luit spelen voor koning James I van Engeland. Twee jaar later reisde hij naar Venetië, waar hij in de San Marco de muziek van Claudio Monteverdi hoorde. Op de terugweg uit Venetië kwam het gezelschap door Straatsburg. Huygens had duidelijk geen hoogtevrees: hij beklom de spits van de toren van de kathedraal van deze stad (142 meter) aan de buitenkant.
Persoonlijk leven
Op 6 april 1627 trouwde Constantijn Huygens in Amsterdam met zijn nichtje Suzanna van Baerle. Hij was erg verliefd op haar en noemde haar zijn ‘Sterre’. Zij kregen vijf kinderen, helaas stierf Suzanna al 10 jaar na hun huwelijk.
Met haar overlijden brak voor Huygens een moeilijke periode aan, waarin hij wel verhuisde naar een prachtig huis aan het Plein. Het stond op de plek waar later het Departement van Justitie is neergezet, een gebouw dat nu deel uitmaakt van het Tweede Kamer complex.
Hij ontwierp zelf zijn buitenverblijf Hofwijck in Voorburg en had daarvoor de naam heel bewust gekozen, in de betekenis van ‘wijken van het hof’. Hij was namelijk secretaris van de stadhouder Frederik Hendrik, een drukke functie waaraan hij af en toe moest ontsnappen.
Het vervolg van dit artikel is geschreven door Hans Jansen, dirigent Haags Kleinkoor
Constantijn Huygens - de componist
Huygens speelde niet alleen muziek, hij componeerde ook. Waarschijnlijk heeft hij bijna 900 muziekstukken geproduceerd, die helaas grotendeels verloren zijn gegaan.
Pathodia sacra et profana occupati
Wat niet verloren ging waren de Pathodia sacra et profana occupati (Wereldse en geestelijke gevoelsliederen van een drukbezet man). Deze bundel uit 1647 bevat 39 composities voor zangstem en basso continuo: twintig psalmen en negentien ‘airs’, waarvan twaalf op Italiaanse en zeven op Franse gedichten. Het eerste woord in de titel, ‘pathodia’, is een ‘Huygeniaans neologisme’, een samentrekking van ‘pathos’ (gevoel, hartstocht) en ‘odè’ (gezang).
Op de titelpagina ontbreekt de naam van de componist. In plaats daarvan staat er het cryptische ‘occupati’, ‘van een drukbezet man’. Hiermee geeft Huygens aan dat hij geen beroepsmusicus is; in het dagelijks leven vervult hij een ‘functie voor het openbaar nut”, o.a. secretaris van de stadhouder.
Frivoliteiten
De airs en aria’s worden ingeleid met een verontschuldiging aan de lezer voor de frivoliteiten die volgen. Doordat de psalmen voorin de bundel geplaatst zijn en de wereldlijke composities voorafgegaan worden door dit korte, verontschuldigende voorwoord, wordt duidelijk dat Huygens het aandeel van de psalmen belangrijker vond. Ook door het aantal ligt de nadruk op de psalmen. De negentien airs en aria’s zijn in de minderheid tegenover de twintig psalmen.
Italiaanse muziek
Huygens werd vooral geraakt en beïnvloed door de nieuwe Italiaanse muziek die vanaf het begin van de 17e eeuw Europa veroverde. Lyrisch was Huygens over de muziek van Claudio Monteverdi. Hij hoorde zijn muziek toen hij in 1620 als diplomaat in Venetië verbleef en een uitvoering bijwoonde. Hij schreef: ‘Dit was de meest volmaakte muziek die ik ooit van mijn leven te horen denk te krijgen.’
Constantijns muziek
We mogen trots zijn op deze Haagse componist!
Wil je weten hoe de muziek van Constantijn Huygens klinkt:
De profundis clamavi
Multi dicunt animae meae
Avertisti facies tuam
Ik vertel je meer over het 17e eeuwse Den Haag tijdens mijn stadswandelingen en fietstours.