De eerste keer dat ik mocht meedoen aan Tweede Kamer verkiezingen was in 1977. Overigens kon ik toe alleen van mijn actief kiesrecht gebruikmaken. Ik kon dus niet op de lijst van een partij staan. In 1977 moest je om gekozen te worden 21 jaar oud zijn en ik had die rijpe leeftijd toen nog niet bereikt.
100 jaar vrouwenkiesrecht
2017 was voor alle Nederlandse vrouwen een jubileumjaar. Het was toen honderd jaar geleden dat de Grondwet werd aangepast en daarin het kiesrecht voor vrouwen mogelijk werd gemaakt. Vanaf toen konden vrouwen in de Tweede Kamer gekozen worden. De eerste keer gebeurde dat bij de verkiezingen van 1918. Het eerste Tweede Kamerlid was Suze Groeneweg uit Rotterdam en lid van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiderspartij).
Gek genoeg zou het na de grondwetswijziging nog twee jaar duren voordat vrouwen zelf konden stemmen. In 1919 kwam er een aanpassing van de kieswet, waarna vrouwen ook konden kiezen. Wel vanaf de leeftijd 25, een grens die ook voor mannen gold.
In die tijd was het niet gewoon dat vrouwen betaald werk deden. En als je ambtenares was, werd je ontslagen als je trouwde. Suze Groeneweg maakte zich in de Tweede Kamer sterk om dit te veranderen.
Strijd
Het heeft de nodige strijd gekost om het vrouwenkiesrecht te realiseren. En uiteraard was Den Haag als regeringsstad van Nederland vaak het strijdtoneel.
Belangrijke motor in deze strijd was de in 1894 opgerichte Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, waarvan Aletta Jacobs in 1896 landelijk voorzitster werd. Aletta Jacobs was de eerste vrouw die naar de universiteit ging en de eerste vrouwelijke arts in Nederland. Het doel van deze vereniging was uiteraard dat ook vrouwen stemrecht zouden krijgen. Men voerde o.a. actie met affiches en prentbriefkaarten.
Op een prent uit 1908 is de volgende tekst te lezen:
“Op ’t kantoor als klerk, doen we ’t zelfde werk;
in de fabriek … werken we geliek;
voor de klas … komen we beiden te pas;
om ziekte te weren .. strijden zowel dames als heeren;
maar komt ’t op kiezen an, dan kiest alleen de man!”
Ook gingen afgevaardigden van de vereniging tweemaal op audiëntie bij Koningin Wilhelmina. Iets rumoeriger ging het er in 1913 aan toe. Toen was er op het Binnenhof een betoging voor vrouwenkiesrecht. De burgemeester had een grote betoging niet toegestaan, dus de vrouwen kwamen steeds in groepjes van 25.
Vrouwen in de Haagse Raad
Op 2 september 1919 kwamen voor het eerst vrouwen in de Haage gemeenteraad. Acht vrouwen hadden zich in Den Haag kandidaat gesteld. Twee werden gekozen: Geerdina Wilhelmina Bleumink-Louman (zie foto), die tiende stond op de lijst van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) en Johanna Wolda – van der Puil, derde op de lijst van de Communistische Partij Holland (CPH).
Wil je meer weten over interessante vrouwen die in Den Haag gewoond en gewerkt hebben, laat mij voor jou, familie, vriendinnen of collega’s de Haagse Topvrouwen organiseren.